“Kameraadschap.” Met dit woord presenteerde Ronald Gerritse zich in 2011 aan de medewerkers van de Autoriteit Financiële Markten. Het was zijn antwoord op de vraag wat hij het belangrijkst vond in het werk. En hij maakte het credo waar. Tijdens de herdenkingsbijeenkomst op 4 oktober bleek nog eens dat zijn overlijden een schokgolf heeft veroorzaakt bij iedereen met wie hij werkte.
“Ronald maakte zich zo onzichtbaar dat niemand om hem heen kon”, zei voormalig minister Wouter Bos van Financiën. Die analyse geldt ook voor zijn rol in het financieel toezicht. Ronald Gerritse gaat niet de geschiedenis in als de meest zichtbare voorzitter van de AFM, maar zijn invloed is er niet minder om. Twee wapenfeiten kunnen dit illustreren: over gedrag en gesprek.
Gedrag
Als thesaurier-generaal bij het ministerie van Financien was Ronald Gerritse gewend macro te denken, in grote getallen. Bij de AFM trof hij toezichthouders aan die zich richten op de manier waarop financiële ondernemingen hun klanten behandelen. En die zich onderscheiden van de prudentiële kameraden van de Nederlandsche Bank.
Vanaf zijn aantreden werkte Ronald Gerritse aan het verbinden van de “twin peaks”. Met als gevolg dat de verhoudingen tussen de twee organisaties nog nooit zo goed zijn geweest, constateerde DNB-president Klaas Knot tijdens de herdenkingsbijeenkomst.
Het ging Ronald Gerrtise niet alleen om goede persoonlijke verhoudingen, maar meer nog om gedegen financieel toezicht. In de visie van Gerritse dragen AFM en DNB, vanuit hun eigen rollen, een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ook het gedragstoezicht moet bijdragen aan stabiliteit. Hij was dan ook een vurig voorstander van het Financieel Stabiliteitscomité, waarin DNB, AFM en Financiën met elkaar samenwerken.
In een essay in het Financieele Dagblad betoogde hij in 2012 dat ook de Europese Bankenunie het gedragstoezicht serieus moet nemen. Het artikel is niet alleen te lezen als een oproep aan beleidsmakers, maar ook als een signaal naar banken. Zij dienen te beseffen dat hun bedrijfsmodellen ook de toets der kritiek van het gedragstoezicht moeten kunnen doorstaan; ze hebben zich te gedragen, in het belang van hun klanten maar zeker ook in het belang van de stabiliteit van het financiële systeem.
Gesprek
Bij Gerritse groeide in de afgelopen jaren het besef dat banken zich moeten afvragen wat hun maatschappelijke rol is. De problemen, bijvoorbeeld in de zorg, zijn er groot genoeg voor. Teleurgesteld was hij als het stil bleef wanneer hij hierover een balletje opgooide bij de leiders van de financiële sector.
In april van dit jaar deed hij de openbare oproep aan zijn kameraden in de sector om veel meer in gesprek te gaan, om een visie te ontwikkelen. Deze oproep is niet altijd goed verstaan. Gerritse had hierbij wel degelijk oog voor de moeilijke positie waarin de sector verkeert. Hij wilde ook niet alleen praten over de ondernemingen, maar opende ook de discussie over het toezicht. En het ging hem niet alleen om het gesprek, ook om het gedrag.
Visie
Wie Ronald Gerritses visie op toezicht wil kennen, kan terecht bij de lezing die hij in 2012 hield bij beroepsvereniging Vide. “Laat toezichthouders vooral heel transparant zijn. Laat hen vooral uitleggen wat ze uitspoken”, is een sleutelpassage, die de AFM ook gebruikte bij de aankondiging van zijn overlijden.
We bewijzen Ronald Gerritse vooral eer als we tonen dat we hem goed begrepen hebben. Zuivere en scherpe verhoudingen mogen er niet aan in de weg staan kameraadschappelijk met elkaar om te gaan. Het gesprek moet worden voortgezet, het gedrag verder ontwikkeld. Problemen dienen we niet uit de weg te gaan, daarover moeten we – in de woorden van Ronald – vooral “aan de praat”.
Paul van Dijk
Paul van Dijk was bij de AFM hoofd Communicatie onder het voorzitterschap van Ronald Gerritse