In het onderzoeksrapport over Odjfell heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid ook een algemene beschouwing gewijd aan de politiek-bestuurlijke context van toezicht:
Politiek-bestuuriijke context van het toezicht
Een werknemer moet kunnen rekenen op een veilige werkomgeving, net zoals omwonenden op een veilige woonomgeving. Dit legt een zware maatschappelijke verantwoordelijkheid bij bedrijven als Odfjell die op grote schaal werken met gevaarlijke stoffen. Binnen bedrijven moeten dan ook op alle niveaus voldoende checks & balances aanwezig zijn om de veiligheid te waarborgen. Om te controleren of deze bedrijven inderdaad veilig werken, moet het overheidstoezicht goed geëquipeerd zijn om eventuele tekortkomingen tijdig te detecteren en waar nodig handhavend op te treden. Zo bezien hebben werknemers en omwonenden recht op goed toezicht op deze bedrijven.
Het overheidstoezicht is regelmatig onderwerp van politiek debat, vooral naar aanleiding van incidenten. Dit debat kent twee gezichten. Na een incident klinkt al snel de roep om ‘meer toezicht’ – daar wordt dan veel van verwacht in termen van maakbaarheid. Tegelijk wordt toezicht gezien als een ‘last’. In deze visie gaan bedrijven en instellingen gebukt onder de administratieve lasten die het gevolg zijn van verplicht te genereren verantwoordingsinformatie in het kader van toezicht en handhaving.
Beide ideeën – toezicht als redmiddel en toezicht als last – hebben de laatste jaren nadrukkelijk postgevat. Voor zover het de ‘last’ kant betreft, hebben opeenvolgende kabinetten de afgelopen decennia diverse rondes afgekondigd van bezuinigingen,reorganisaties en samenvoegingen van inspectiediensten. Ook de werkwijze en de intensiteit van het toezicht is sterk veranderd. In vrijwel alle velden is een ontwikkeling naar systeemgericht toezicht en vermindering van de intensiteit van het toezicht zichtbaar: toezicht gebaseerd op vertrouwen en vanuit het principe dat het bedrijf zelf primair verantwoordelijk is voor een veilige bedrijfsvoering. De Raad heeft eerder zijn zorgen geuit over de rijksbrede bezuinigingen op toezichthouders. Inspecteren maar zeker ook handhaven is tijdrovend, terwijl inspecteurs weinig tijd hebben per bedrijf. Het is bovendien geen eenvoudig werk: inspecteurs hebben per definitie een kennisachterstand ten opzichte van het bedrijf en de afwegingen die gemaakt moeten worden zijn niet altijd zwart-wit. Alle betrokken toezichthouders in dit onderzoek hebben hiermee te maken. Voor de potentieel gevaarlijkste bedrijven van Nederland is adequaat toezicht noodzakelijk. Dit betekent dat toezichthouders over voldoende kennis, expertise, bevoegdheden en middelen moeten beschikken. Het betekent ook dat toezicht voldoende diepgang en frequentie moet hebben. Het is aan de politiek verantwoordelijken om zodanige condities te creëren dat de toezichthouders hun taak goed kunnen uitvoeren.