Het onlangs gepubliceerde onderzoek naar Odjfell laat niet alleen zien hoe het toezicht faalde. De Onderzoeksraad voor Veiligheid geeft ook aan wat verwacht mag worden van degenen die zaken doen met een bedrijf als Odfjell. Ketenverantwoordelijkheid op z’n Rotterdams: geen woorden maar daden.
De Onderzoeksraad constateert dat betrokken partijen vooral naar ‘de overheid’ wezen als het ging om het voldoen aan wet- en regelgeving door Odfjell. Op papier onderschrijven zij een “ketenverantwoordelijkheid”: een opdrachtgever moet zich ervan vergewissen dat de opdrachtnemer de opdracht veilig uitvoert. Maar de praktijk is weerbarstiger gebleken.
Vaandel
Ook bij de grootste opdrachtgever van Odfjell stond veiligheid hoog in het vaandel. Zo zette de president-commissaris van Shell zijn handtekening onder een plan om alleen zaken te doen met bedrijven “die ook een solide veiligheidscultuur hebben”.
Bij Odfjell voerde Shell eigen audits uit om vast te stellen of de systemen voldeden aan de industriestandaarden. Maar Shell zag het niet als zijn rol om toe te zien op de mate waarin Odfjell voldeed aan vergunningvoorschriften. “Er werd naar gevraagd, maar niet gecontroleerd.”
Vertrouwen
Shell blijkt te vertrouwen op het toezicht van de Nederlandse overheid. In ons land zouden ook minder intensieve controles nodig zijn dan elders. “Als het bedrijf en de overheid hun verantwoordelijkheden goed invullen, dan is er in de visie van Shell voor de betrokkenen daaromheen, zoals opdrachtgevers, leveranciers, certificeerders, verzekeraars, weinig om te controleren.”
Volgens de Onderzoeksraad staat deze stellingname van Shell “op gespannen voet” met de eigen uitgangspunten. Ook de raad meent dat een bedrijf allereerst zelf verantwoordelijk is voor veiligheid. En natuurlijk moet de overheid adequaat toezicht houden. “Daarmee stopt het echter niet.” Ook andere private partijen zoals certificerende instituten, opdrachtgevers en brancheverenigingen hebben een rol te vervullen.
Verantwoordelijkheid
De Onderzoeksraad constateert dat het begrip “ketenverantwoordelijkheid” nader moet worden ingevuld. “De visie van de Raad is dat, als het gaat om gevaarlijke stoffen, bedrijven in ieder geval een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben voor de wijze waarop opdrachtnemers deze stoffen bewaren, vervoeren of verwerken.” En: “Het bedrijf dat risico’s uitbesteedt, zet hiermee niet de verantwoordelijkheid vooreen veilige procesvoering buiten de deur.”
Een van de aanbevelingen is dat chemiebedrijven beter duidelijk maken wat ketensamenwerking inhoudt. Juist opdrachtgevers en het Havenbedrijf Rotterdam zouden hier het voortouw moeten nemen.
Overlap
“De taken van de ketenpartners op het gebied van de veiligheid zouden naar de mening van de Raad voornamelijk complementair moeten zijn aan de taken van het betrokken bedrijf en de toezichthouders.” Maar overlap is niet uit te sluiten, en zelfs wenselijk. “Hierdoor kunnen optredende onvolkomenheden beter worden opgevangen.”
De Onderzoeksraad pleit voor het regulier uitwisselen van informatie tussen overheid en bedrijfsleven. Ook zouden burgers gediend zijn met meer openbaarheid. “Zo kunnen burgers, media en politiek als het ware hun eigen toezicht vormgeven.”